Omdat de wethouder vond dat kinderen meer op straat moesten spelen, kon je gratis een stoeptegel met een knikkerputje aanvragen. Dat stond in de lokale krant. Ik belde en kreeg een meneer van Gemeentewerken aan de lijn. “Knikkerputje?” Hij was niet op de hoogte. Hij zou me laten terugbellen. Een paar dagen later belde een mevrouw van de dienst Openbare Ruimte. “U wilde een knikkerputje aanvragen? In welke wijk woont u?” Dat wist ik niet zo gauw. Ik kon wel ons huisadres noemen. “Dan moet ik even nagaan onder welke wijk u valt”, zei ze. Na een pauzemuziekje meldde ze vrolijk dat ik binnenkort door het Wijkteam gebeld zou worden. Twee weken later ontving ik een brief van het Wijkteam. De tegel zou vrijdagochtend in de stoep voor de deur worden geplaatst. Er moest iemand thuis zijn om te tekenen. Dat lukte dus niet. Ik belde daarom met het Wijkteam. Er kon over drie weken een nieuwe afspraak worden gemaakt. Of ik kon de stoeptegel zelf ophalen bij de Gemeentewerf. Dat heb ik toen maar gedaan. We hebben nu een felrood knikkerputje in de stoep. Er is precies één keer in geknikkerd.