Slechts enkele Duitse filosofen zijn leesbaar.
Arthur Schopenhauer was er zo een. Zijn werk leest als een thriller. Er zit ook humor in, relativeringsvermogen en subtiel sloopwerk ten aanzien van andere filosofen. Een verademing na het technische wirwarproza van Kant en het gezwollen gebral van Hegel. Net als zijn voorgangers probeerde Schopenhauer het leven te verklaren. Hij ontdekte de Levenswil. Dat wat hij wilde verklaren werd de verklaring. En dat vind ik nou zo leuk aan Schopenhauer. Een paar duizend pagina’s meeslepend proza schrijven en er dan niet uitkomen. Schopenhauer had dus goed begrepen hoe het leven in elkaar zit.