Als ik de voordeur dichttrek, liggen mijn sleutels binnen. Gezin zit in Frankrijk en er ligt geen reservesleutel bij de buren. In mijn overdreven veiligheidsmanie heb ik de tuindeuren achter hermetisch afgesloten, evenals de balkondeuren boven. Mijn huis is een fort. Het is half negen ’s ochtends. Ik besluit inventief te zijn. Ik wring een spaak uit een oude fiets, buig er een haakje aan en hengel via de brievenbus naar de deurknop binnen. Op dat moment stopt een politieauto achter me. De agenten zijn heel vriendelijk. Als ik me niet kan identificeren, zit ik even later na een ritje door de stad in een verhoorkamer op het bureau. Na een paar uur uitleggen en een formulier tekenen sta ik buiten. Mijn huis is nog steeds op slot, maar ik ben tenminste weer een vrij mens. En de koffie bij de politie is niet zo beroerd als ik dacht.