Ik zeg het nog maar eens: Wouter Oudemans is geniaal. Wijsgerig antropoloog aan de Leidse universiteit. Whatever. Al was hij stratenmaker. Wat hij schrijft over taal, waarneming en het menselijk bestaan heeft mijn denken veranderd. Niet dat ik er vrolijker van word. Eerder stiller en onzekerder. Maar het is wel een prestatie dat iemand door mijn eigenwijze denkraam heeft weten heen te dringen. Ik noem één punt.
We denken gewoonlijk dat het de mens is die zich voortplant. Net als dieren en planten en alle andere levensvormen. Dat is dus niet zo, zegt Oudemans. De ware replicanten zijn DNA-ketens. Ze zitten in al onze celkernen. DNA gebruikt samengestelde, organische entiteiten als de mens om zich voort te planten. De mens is slechts een tijdelijk vehikel voor het DNA. De DNA-ketens overleven als het vehikel – mens, dier, plant – te gronde gaat. DNA vindt wel weer een nieuwe gastheer. Het bestond al lang voordat er vehikels waren.
Dat is niet eens alles. Het DNA is namelijk ook heel slim. Het kan de vehikels laten denken dat zij het zijn die bestaan. Zo wordt het leven van de vehikels toch enigzins dragelijk. Anders was het maar een zinloze bedoening, als je echt zou beseffen dat je alleen maar een complexe, vergankelijke overkapping van een zooitje DNA-moleculen bent.
De vehikels bevolken de wereld. Maar binnenin trekt het DNA aan de touwtjes. En we merken er helemaal niks van. Alleen al om dat inzicht vind ik Wouter Oudemans geniaal.