Omdat ik de blits wil maken tegenover mijn collega’s, besluit ik de zakenreis naar Zuid-Limburg per vliegtuig te doen. De reis zal maar een half uur duren. Het ticket heeft een belachelijk lage prijs. Om half acht ’s ochtends check ik in op Schiphol. Ik krijg te horen dat er vanwege de dichte mist geen vluchten mogelijk zijn. Mij wordt een taxi aangeboden. Heen en terug. Ik voel me kleiner worden. Ik bel mijn gesprekspartners dat ik helaas later kom en put me uit in verontschuldigingen. Maar de grijze mist hangt die dag natuurlijk ook op de snelwegen.
Na een rit van ruim vier uur arriveer ik veel te laat op de plaats van bestemming. Ik word korzelig ontvangen. Voor de vergadering is nog maar een half uur tijd. De bijeenkomst verloopt desastreus. Mijn attachékoffer en mijn snelle pak zijn belachelijke toneelattributen geworden. Gebogen en in een doffe stemming verlaat ik het pand. Buiten regent het inmiddels. De taxi komt me pas over een paar uur weer ophalen. Ik geloof dat ik heel wat aan de baas heb uit te leggen.